Een spitsstrook is alleen nuttig als het verkeer aan het einde ervan aan volle capaciteit vrij kan uitstromen. De snelwegen WEG van Antwerpen en Brussel hebben doorgaans een vrije uitstroom. Daar zijn meestal geen grote knelpunten of wegversmallingen die een goede doorstroming verhinderen. Het extra verkeer dat via de spitsstrook wordt aangevoerd kan dus vlot weg.
De snelwegen NAAR (in de richting van) Brussel en Antwerpen komen meestal toe op een ringweg. Op die ringwegen situeren zich meerdere knelpunten, zoals bijvoorbeeld verscheidene opritten op korte afstand van elkaar die grote hoeveelheden verkeer toevoeren, meerdere weefzones en zones met lagere rijsnelheden door bochtige aansluitingen op de ringweg. Daardoor kan het toekomende verkeer niet vlot uitstromen op die ring. Een extra rijstrook kan de filelengte op de toekomende snelweg naar de stad wellicht korter maken, maar doordat de ringwegen zelf grote knelpunten zijn, zal de wachttijd voor de toekomende weggebruikers uiteindelijk dezelfde blijven. De toekomende files zullen niet oplossen.
De spitsstroken op de snelwegen bij Antwerpen en Brussel werden daarom aangelegd WEG van de stad. Ze helpen om de avondspits te verlichten. Het verkeer op de ringwegen van Brussel en Antwerpen kan dan door de bredere uitgaande snelweg gemakkelijker uitstromen.